New Arrivals
投放时间: 2025-08-04 08:00:00
Beschermen we onze taal? Of slechts ons beeld ervan?
– over taal, trots en paradoxen
Maandag 4/08/2025
Ik weet het – taal is gevoelig. Terecht. Taal is wie we zijn. Onze adem, onze schaduw. Wat me misschien het meest raakt: hoe steeds minder mensen nog hun dialect durven spreken, terwijl ik net daar zo van hou. Hoe één woord anders klinkt in Aalst dan in Kortrijk. Dat je zonder het te vragen weet vanwaar iemand afkomstig is – gewoon door hoe hij ‘vandaag’ zegt. Alsof taal zelf een kaart is, en elk dialect een plek waar iemand thuishoort – ook als hij er al lang niet meer woont.
En toch, als ik door een Vlaamse winkelstraat loop, krijg ik soms het gevoel dat ik ergens tussen New York en Notting Hill ben beland. “New arrivals”, “Open house”, “Coffee & more”. Alleen de stoep is nog in het Nederlands.
Hoe gek is het eigenlijk: reclame in het Frans is officieel verboden in Vlaanderen, terwijl Engelse slogans en reclame nergens een probleem lijken. Terwijl Frans nochtans – net als Nederlands en Duits – een van onze drie officiële landstalen is. Natuurlijk zijn er woorden die in het Frans of Engels preciezer of vlotter klinken. Daar heb ik geen moeite mee. Maar wanneer een hele taal plots verdacht wordt en een andere kritiekloos wordt omarmd, dan wringt er iets. Dan wringt het diep.
In diezelfde straten hoor je soms gemor als iemand een woord Frans durft te zeggen. Dan gaan de wenkbrauwen omhoog. “We zijn hier in Vlaanderen, hè.” Of: “We moeten onze taal beschermen.” En daar kan ik in komen. Alleen… waarom geldt dat dan niet voor het Engels?
Ik ken Vlaamse bedrijven waar de voertaal intern volledig Engels is. In meetings. In e-mails. In gesprekken bij de koffiemachine. Niet omdat er buitenlandse klanten zijn – maar omdat het nu eenmaal beter klinkt. “We do a quick check-in” voelt efficiënter dan “We overlopen het even”.
En het gaat verder: vacatures worden steeds vaker uitsluitend in het Engels opgesteld. Je twijfelt dan: moet ik mijn cv in het Nederlands opsturen, of in het Engels? Moest diezelfde vacature in het Frans zijn opgesteld, dan was het land te klein geweest.
Kijk ook eens naar de functietitels: waar vroeger een secretaresse gewoon een secretaresse was, heet ze nu 'Office Assistant' of 'Executive Support Specialist'. Blijkbaar hangt de aanvaardbaarheid van een taal niet af van de functie, maar van de gevoelswaarde die we eraan geven.
We zeggen dat we het Nederlands beschermen tegen ‘verfransing’. Maar ondertussen rijden we rond met "drive-through", plannen we een "team call" en openen we een "pop-up store". We zijn bang dat Frans onze taal verdringt – maar we leggen de rode loper uit voor het Engels.
Is dat geen paradox? Of misschien gewoon een beetje… hypocriet?
Misschien ligt het aan hoe we Engels beleven: als hip, professioneel, internationaal. Terwijl Frans – hoe mooi ook – vaak geassocieerd wordt met iets ouds, stroefs, en vooral: niet van ons. Engels is cool. Frans is lastig. Nederlands? Tussenin, ergens in de knoop.
Ik stel alleen maar de vraag. Want ik ben niet tegen Engels – net zomin als tegen Frans. Ik hou van schakelen tussen klanken, van hoe taal zich plooit rond een gedachte, van het spel tussen mond en betekenis. Maar ik hou ook van mijn moedertaal. Niet als vlag, maar als huid. Niet om te beschermen tegen de ander, maar om niet te verdwijnen in de ander.
Taal mag evolueren – maar niet oplossen in een verkooppraatje.
Neem nu het voorval van juli 2025: een NMBS-conducteur begroette reizigers met "Goeiedag - bonjour" toen de trein nog in het Vlaamse gebied bij Vilvoorde reed. Een klacht volgde. De Vaste Commissie voor Taaltoezicht verklaarde ze gegrond. Want, zo luidt het decreet: in Vlaanderen mag alleen Nederlands worden gebruikt, tenzij een reiziger expliciet een andere taal vraagt. De conducteur, Ilyass Alba, kreeg geen boete, maar een officiële waarschuwing – en massale publieke steun. Het frappantste? Had hij gezegd "Hello, welcome to the train" of iets in het Spaans, dan was er vermoedelijk niets aan de hand geweest. Dat zegt veel over welke talen we verdragen – en welke niet.
Zijn repliek? Simpel. "Treinen bewegen." Reizigers komen van overal, soms uit andere delen van België, soms van daarbuiten. Waarom zou een begroeting in twee landstalen dan een probleem zijn?
België heeft drie officiële talen: Nederlands, Frans en Duits. In theorie gelijkwaardig. Maar in de praktijk wordt Frans in Vlaanderen vaak gemarginaliseerd. Een spontane tweetalige begroeting leidt tot een klacht, terwijl Engelstalige slogans en werkcultuur gretig worden omarmd – ook als daar geen internationale noodzaak toe is.
Voor wie gelden onze taalregels eigenlijk? Waarom verdedigen we het Nederlands zo fel tegen het Frans, maar lenen we het moeiteloos uit aan het Engels? Hebben we een hiërarchie van talen gecreëerd, waarin Frans verdacht is, maar Engels vanzelfsprekend?
Dit is geen aanval. Geen pleidooi om Engels te bannen of Frans op te dringen. Het is een uitnodiging tot eerlijkheid. Over onze trots. Onze dubbelzinnigheid. En misschien vooral: over wie we willen zijn in een land waar taal niet alleen communicatie is, maar ook cultuur, beleid en identiteit.
Is dit nog taalbescherming? Of slechts selectieve angst?
Of zijn we simpelweg vergeten hoe rijk het Nederlands is? Hoe warm dialecten kunnen klinken. Hoe krachtig een moedertaal kan zijn, juist omdat ze niet perfect is. Misschien moeten we onze taal niet moderniseren, maar weer beminnen. Niet verstrakken, maar omarmen. Zodat we onszelf niet verliezen in het vertalen van wie we eigenlijk al zijn.
搜索关键词 language paradox, cultural identity, linguistic hypocrisy, Dutch language, English influence, French language, Belgium language, dialect appreciation, language awareness, language rules优势 Raises awareness of language hypocrisy.,Encourages reflection on cultural identity.,Promotes appreciation of local dialects.
展示估值
683393
热度
55593
最新发现时间
2025-08-04 08:00:00
投放天数
210
素材信息
素材类型
素材尺寸
主页ID8289873642118625662
主页名字De Mensenzijde
产品信息
适用范围
人民币汇率走势
CNY
关注我们

新媒网跨境发布
本站原创内容版权归作者及NMedia共同所有,未经许可,禁止以任何形式转载。

粤公网安备 44011302004783号 



